Wat als beweging na kanker niet alleen de kwaliteit van leven verbetert, maar ook daadwerkelijk de overlevingskansen verhoogt? De recent gepubliceerde CHALLENGE-studie levert overtuigend bewijs voor het belang van gestructureerde beweegbegeleiding na colonkanker. Een belangrijke doorbraak voor iedereen die werkt aan duurzame leefstijlverandering in de oncologische zorg.
De CHALLENGE-studie, gepubliceerd in de New England Journal of Medicine, onderzocht het effect van een intensief beweegprogramma bij bijna 900 mensen met stadium III of hoog-risico stadium II colonkanker. Alle deelnemers hadden een operatie en adjuvante chemotherapie ondergaan.
De resultaten spreken boekdelen:
Een interventie gericht op iets eenvoudigs als regelmatig minstens matig tot intensief bewegen – mits goed begeleid – maakt dus daadwerkelijk verschil in overlevingskansen.
Hoewel we al langer weten dat bewegen vermoeidheid, stemming en fysiek functioneren ten goede komt, toont de CHALLENGE-studie nu ook harde klinische winst aan. minstens matig intensieve beweging is geen ‘aanvulling’ meer, maar een essentieel onderdeel van oncologische nazorg.
De aanpak was niet vrijblijvend: deelnemers in de beweeggroep ontvingen naast algemene gezondheidsvoorlichting ook een speciaal beweeghandboek en intensieve begeleiding van een gecertificeerde beweegconsulent, gedurende drie jaar. Deze begeleiding was gebaseerd op de Theory of Planned Behavior en bestond uit 17 evidence-based gedragstechnieken, aangeboden in drie fasen. Het programma richtte zich dus niet alleen op ‘meer bewegen’, maar ook op duurzame gedragsverandering – precies waar leefstijlcoaches in de oncologie zich in specialiseren.
De resultaten onderstrepen het belang van structurele begeleiding richting passend beweeggedrag. Voor leefstijlcoaches betekent dit: stimuleer cliënten om beweegvormen te vinden die aansluiten bij hun herstel, voorkeuren en belastbaarheid.
Of het nu gaat om wandelen, oncologiefitness, zwemmen of aangepaste groepslessen – de coach maakt het verschil door samen met de cliënt haalbare doelen te stellen en vol te houden. In de CHALLENGE-studie streefden deelnemers naar een toename van minimaal 10 MET-uren per week in de eerste zes maanden. Daarna was het doel: dit niveau behouden of verder uitbreiden gedurende 2,5 jaar.
De uitkomsten van de CHALLENGE-studie sluiten grotendeels aan bij de werkwijze van het OLaR-CooL programma: een leefstijltraject specifiek voor mensen met of na kanker en overgewicht of obesitas. Binnen OLaR-CooL is structurele aandacht voor beweging essentieel — zowel vanwege de gezondheidswinst als de rol in herstel en kwaliteit van leven.
Belangrijk daarbij is het inschakelen van de juiste professionals. Zo is de begeleiding van een NVFL-fysiotherapeut (gespecialiseerd in oncologische revalidatie) vaak noodzakelijk bij fysieke beperkingen of verhoogd risico op overbelasting. Leefstijlcoaches werken hierbij aanvullend: zij ondersteunen cliënten bij gedragsverandering, motiveren tot volhouden en helpen bij het vinden van beweegvormen die passen bij de persoonlijke situatie. Door die samenwerking te organiseren, ontstaat er een veilige én effectieve aanpak die aansluit bij de behoeften van mensen na kanker.
Voor verwijzers, oncologische netwerken en beleidsmakers biedt deze studie een stevig onderbouwd argument om leefstijl structureel te verankeren in nazorgtrajecten.
Bij OLaR Coaching werken we aan de professionalisering van leefstijlcoaches in de oncologie. Met opleidingen, verdiepende trainingen en het OLaR-CooL programma helpen we jou om het verschil te maken voor mensen na kanker.
🔗 Lees meer over OLaR-CooL of neem contact met ons op voor samenwerking.
Bekijk het volledige wetenschappelijke artikel over de CHALLENGE-studie in de New England Journal of Medicine.